RFID STANDARD

Een belangrijke criteria om te begrijpen wanneer je RFID-tags selecteert of een RFID-systeem ontwerpt. De ISO/IEC 18000 reeks standaards heeft zeven delen en alleen handelen met lucht interface protocollen. De standaard definieert het gebruik van communicatiegroep ondervragers en labels tussen vijf frequenties.

ISO / IEC 18000-2

Dit deel specificeert de communicatie parameters tussen de ondervrager en labels onder de 135 KHz (low frequentie tag) Een protocol, commando en methode (anti-collision) voor het detecteren van een pluraliteit van tags en communiceren zijn gedefinieerd, maar anti-collisie implementeren is optioneel.

ISO / IEC 18000-3

De standaard geeft parameters voor lucht interface communicatie op een frequentie van 13,56 MHz. Het definieert de fysieke laag, botmanagement systeem en protocolwaarden van het RFID-systeem voor identificatie van items die werken op 13.56 MHz (high frequent frequentie tags.

ISO / IEC 18000-4

De standaard definieert het communicatieprotocol gebruikt in de lucht interface van RFID apparaten die gebruikt worden bij 2.45 GHz frequenties die gebruikt worden bij projectmanagement aanvragen. De standaard definieert twee modes. De eerste modus is een passief label als een interlocutor eerste gesprek (ITF) en de tweede mode is een batterij assist tag als een tag eerste talk operatie.

ISO / IEC 18000-6

De standaard beschrijft fysieke interacties, protocollen, en commando's tussen ondervragers en labels die werken in de 860 tot 960 MHz frequentie bereik 960 MHz frequentie (UHF), evenals conflict arbitration schemfactoren voor passFIDS. De standaard beschrijft drie onvermijdelijke types A, B, en C, waar types A en B zelden worden gebruikt, en type C equivalenteert de EPglobal Gen 2 standaard.

ISO / IEC 18000-7

Dit deel definieert de lucht interface voor RFID apparaten die werken als actieve RF-tags in de 433 MHz band gebruikt in artikelmanagement aanvragen. Typische aanvragen werken in een bereik groter dan 1 meter. Het werd ontwikkeld voor FCC goedgekeurde lees/schrijf actieve tags. Deze tags worden gebruikt door het Ministerie van Defensie en de Universal Postal Union en lezen meer dan 300 meter.

ISO 1444

De standaard definieert een tag die een inductieve coupling gebruikt om te werken op een 13,56 MHz frequentie. Deze kaarten worden vaak nabijheidskaarten genoemd. Typische applicaties bevatten identificatie, beveiliging, betalingen, massa transit, en toegangscontrole. Het ISO 14443-systeem is ontworpen voor een bereik van ongeveer 10 cm (3.94 inches) waardoor het ideaal is voor applicaties zoals automaten.

ISO 15693

ISO 15693 is een ISO standaard voor nabijheidskaarten. Het kan lezen van verdere afstanden dan de nabijheidskaart gedefinieerd door ISO 14443. Het ISO 15693-systeem werkt op een frequentie van 13.56 MHz, gebruikt bijna-field inductieve coupling, en zorgt voor een maximum leesafstand van 3 tot 5 meter. Deze reeks producten is ideaal voor aanvragen als fysieke toegang of controle van toegang tot parkeerplaatsen. Het kan ook gebruikt worden als de basis voor sollicitaties anders dan contactloze slimme kaarten, zoals airline bagage traceren en bevoorradingsbeheer.

EPCGLOBAL / GS1 GEN2

Deze standaard is formeel bekend als het EPC RFID protocol Type 1 Generation 2 UHF RFID protocol voor 860-960 MHz communicatie. Het werd ontwikkeld door EPCglobal, Inc. in 2004 en is nu GS1, en werd goedgekeurd als ISO 18000-6C in juli 2006. Het definieert de lucht interface parameters voor tags die werken in de frequentie van 860-960 MHz en laat het gebruik van verschillende regionale frequenties binnen deze bereik.

Er zijn verschillende versies van deze standaard, de nieuwste versie van Gen22 (Verst in 2013) 2.01. (Approved in 2015) introduceerde verschillende nieuwe kenmerken voor de overeenkomst.

De belangrijkste Gen2 kenmerken zijn als volgt:

Het vermogen om het einde te veranderen volgens het milieu De lezer verandert de codeer methode volgens het lawaai in de omgeving, de Miller subcarrière of FM0. In een lage omgeving, kan het FM0 codering gebruiken, maar het is sneller, maar als het geluid verhoogt, kan het overschakelen naar de Miller subcarriers. Deze onderzeeër is ontworpen om geluid en prestaties te maken in dichte lezers omgevingen. Dit vermindert het aantal tags per seconde, maar laat labels lezen in harde omgevingen.

Reader-operatie 3-mode lezers kunnen opereren in single, meerdere en dichte omgevingen. De dichte lezers zijn ontworpen voor onderpand, met honderden lezers die tegelijkertijd handelen.

- Een populatie management geeft opties, inventaris, en toegangscommando's voor efficiënt plaatje, bijvoorbeeld, je kunt wildcardpatronen gebruiken om een set tags te kiezen.

- Longterminatie en Access Paswoord 32-bit lange toegang en terminatie wachtwoorden verhogen het niveau van beveiliging van data op de tags.

- De voorste link data beschermingstaak geeft de lezer een willekeurig gegenereerd nummer om de gegevens te coderen die de lezer naar het label stuurt.

- Vier sessies van de tag inventaris kunnen werken in vier verschillende sessies tegelijkertijd, dus vier verschillende lezers kunnen communiceren met labels tegelijk zonder met elkaar te bemoeien.

- Een krachtiger etiketcommunicatie ontwerp vermindert de mogelijkheid van spook lezen en betreedt onjuiste gegevens in de aanvraag.

——Snelle数据overplaatsing naar 640 Kbps zijn vijf keer sneller dan vorige normen. Improviserende tag geheugen en programmering Het label geheugen is verdeeld in vier banken. De bank kan een keer gelezen worden, geschreven, en geschreven worden. Dit zorgt voor betere tag beveiliging en aanvraag flexibiliteit.

- Het Q-algoritme geeft een snellere collisie oplossing en verbetert de beveiliging van communicatie tussen tags en lezers.

GEN2V2 upgrade naar Gen2 (V1) inclusief

- Het ontraceerbare kenmerk laat gedeeltelijke gegevens verborgen zijn, beperkt toegangsrechten en vermindert het leesbereik van tags.

- Steunen cryptografische authenticatie van tags en lezers, verificatie van identiteit en bewezenheid, en vermindert het risico van vervalst en onbevoegde toegang.

- Verbeterde gebruikersgeheugen in de product cyclus wordt gebruikt om te assisteren in het behouden van platen.

- De "non-verwijderbaar" tag wordt gebruikt voor naai labels van elektronische producten en naaiende etiketten om aan te geven dat de labels niet gemakkelijk verwijderd zijn zonder de bedoeling van de producten te beperken.

EPC Label Data Standard, Version 1.9 (gelezen in juli 2014)

De standaard definieert de EPC tag data van de 2e generatie. Het definieert hoe de EPC het label codeert en hoe het gecodeerd wordt voor de informatiesysteemlaag van het EPC systeem netwerk. De standaard bevat een specifieke coderingsplan voor de EPC universele identificatie (GID) Het definieert ook de code van 96 andere zes nummers voor wereldwijde handel:

1.SGTIN (serialiseerd GTIN) Serialiseert EAN. UC Global Trade

2.S.C. Vertaling:

3.GLN EAN.UCC Global Locatie

4.GRAI EAN Global Returnable Asset Identif

5.GIAI EAN.UCC Global Personal Asset Identifier

Vertaling:

INDUSTRY MANDATA

Licensing is de aankoop van producten door grote organisaties van veel leveranciers in de wereld. Hun doel is om de kosten te verminderen door RFID te gebruiken om een efficiënte voorraadkast te creëren. Met normen is er geen reden om de mandaat te volgen, maar overtredingen kunnen je relatie beïnvloeden met de bevoegde organisatie, bijvoorbeeld, je kunt geen zaken met hen doen. Alle regels vereisen het gebruik van UHF systemen. Bijna al deze systemen hebben nu het gebruik van tweede generatie etiketten nodig. De VS-afdeling van Defensie, die meestal 433 MHz actieve RFID-tags nodig hebben, terwijl de tweede-generatie codes alleen gebruikt worden voor bepaalde applicaties.